1. Verschillende voedselbronnen vereisen een nieuwe manier van distributie
Wereldwijd staan voedselproducenten voor hetzelfde dilemma: hoe kunnen we meer mensen op een duurzamere manier voeden? Een antwoord is door te kijken naar nieuwe potentiële voedselbronnen.
In Disney's 'The Lion King' leert de jonge Simba de voedingswaarde van larven en kruipend ongedierte als alternatief voor vlees. Het blijkt dat dit geen sprookje is: sprinkhanen, krekels en meelwormen zijn rijk aan eiwitten en mineralen en vormen prima ingrediënten voor een 21e-eeuws menu. In sommige culturen worden ze al eeuwenlang gegeten.
Het kweken van insecten produceert veel minder broeikasgassen dan het houden van vee: insecten en larven hebben minder voedsel, water en ruimte nodig om te groeien. Ook zijn er minder milieuverontreinigende stoffen noodzakelijk, zoals pesticiden.
Maar elke nieuwe voedselbron brengt uitdagingen met zich mee - met name op het gebied van massaproductie en transport. Dat ontdekte ook Royal Mail (in het Verenigd Koninkrijk) toen levende bosmieren, een belangrijk item op het menu van Noma's pop-up restaurant in 2012, in een minder smakelijke staat werden afgeleverd...